Regel 6-6d Verkeerde score voor een hole
Wie een scorekaart inlevert met een lagere score dan zijn werkelijke score wordt nu nog in alle gevallen gediskwalificeerd.
Vanaf januari 2016 word je echter niet meer gediskwalificeerd als je de te lage score hebt genoteerd, omdat je geen strafslag(en) hebt meegeteld, waarvan je niet wist dat je die had opgelopen. In dat geval moeten de ten onrechte niet getelde strafslagen er alsnog bij, plus twee extra strafslagen voor het inleveren van een verkeerde scorekaart.
Voorbeeld: een flightgenoot vraagt jou om je marker te verplaatsen, omdat die in zijn putting lijn ligt. Vervolgens vergeet je je marker terug te plaatsen en putt vanaf de verkeerde plaats. Blijkt vervolgens dat je je kaart hebt ingeleverd zonder de twee strafslagen te hebben geteld, dan wordt op die hole je score alsnog verhoogd met twee strafslagen wegens het spelen van een verkeerde plaats en met twee extra strafslagen voor het inleveren van een onjuiste score.
In alle andere gevallen – dus gewoon te weinig (echte) slagen genoteerd of een overtreding begaan waarop op zichzelf al diskwalificatie staat – blijft de regel gelden dat je achteraf alsnog wordt gediskwalificeerd.
Regel 14-1b Verankeren van de club
Vanaf 1 januari moge spelers bij het maken van een slag of een putt de club of putter niet meer verankeren tegen het lichaam (bijvoorbeeld tegen de buik, borst of kin). De lange putters blijven op zich wel toegestaan, maar je mag ze dus niet meer tegen je lichaam vastzetten. Het verankeren van de putter tegen de onderarm blijft wel toegestaan.
Regel 14-3 Afstandsmeters
Vanaf 1 januari 2016 mag een speler elke afstandsmeter meenemen tijdens wedstrijden, op voorwaarde dat de speler het instrument enkel en alleen gebruikt om afstanden te meten. Het meten van bijvoorbeeld hoogteverschil of windsnelheid of het krijgen van clubadvies is nog steeds niet toegestaan tijdens een wedstrijd. De wijziging per 1 januari 2016 is dus dat apparatuur met deze functies wel mee de baan in mag, maar je mag alleen de functie om afstand te meten gebruiken.
LET WEL: Afstandsmeters zijn sowieso slechts toegestaan als dat in de local rules is vastgelegd, anders niet.
Regel 14-3 Kunstmatige hulpmiddelen en ongebruikelijke uitrusting; Afwijkend gebruik van uitrusting
Het gebruik van kunstmatige hulpmiddelen, ongebruikelijke uitrusting of een afwijkend gebruik van de uitrusting tijdens een ronde blijft verboden, maar in plaats van diskwalificatie is de straf vanaf 1 januari 2016 twee strafslagen in strokeplay of verlies van de hole in matchplay, als je het tenminste bij 1 keer laat. Op herhaalde overtreding staat namelijk wel diskwalificatie.
Regel 18-2 Stilliggende bal bewogen door speler, partner, caddie of uitrusting
Nu is het nog zo dat als je bal beweegt nadat je hebt geadresseerd, je een strafslag krijgt, tenzij het bijna zeker is dat de beweging niet door jou (of je partner of caddie) is veroorzaakt. Vanaf 1 januari 2016 is dat andersom: je krijgt alleen een strafslag uit als de omstandigheden blijkt dat jij de beweging hebt veroorzaakt. (Regel 18-2b Bal beweegt na adresseren) vervalt.
LET OP: In de praktijk zal het nog steeds zo zijn dat – behalve in geval de bal wordt bewogen door een andere bal, een outside agency of door een héééél harde windvlaag – de speler vrijwel altijd de beweging zelf zal hebben veroorzaakt en dus één strafslag oploopt en de bal moet terugplaatsen.